De gemiddelde dracht van een schaap is 145 dagen. De lammerdatum kunnen we goed voorspellen omdat we een kleurkrijt vastmaken aan de onderkant van de ram en de dag waarop de ooi gekleurd is + 145 dagen is het vermoedelijke lammermoment. Een ooi die bevrucht werd laat zich geen tweede keer bespringen. Als we het kleurkrijt verwisselen na 16 dagen (de cyclus van een schaap is 17 dagen) en de ooi is niet gekleurd dan was de eerste datum meteen bingo.

We laten de ooi steeds lammeren in de aanwezigheid van de andere schapen en na de geboorte wordt de ooi en de lammeren één week in een afzonderlijk compartiment gehouden tot de lammeren goed kunnen drinken. Bij de eerste tekenen van een naderende lammering zien we dat de ooi niet meer eet en zich wat afzondert van de andere schapen, onrustig wordt en wisselend opstaat en gaat liggen, na enkele uren arbeid komt een waterblaas en dan begint het persen en vanaf dit moment zal de ooi binnen het uur lammeren. Het geboortegewicht bedraagt 4 à 5kg

In 2021 werden 14 lammeren geboren, één drieling, één eenling en vijf tweelingen, 8 ooilammeren en 6 ramlammeren. De meeste ramlammeren worden geslacht als ze 40 kg wegen (paaslammeren) en de ooilammeren worden aangehouden om verder uit te kweken.